door Strategic Friend
•
12 jun., 2020
Sinds begin deze week draaien de basisscholen weer op volle toeren. Op de woensdagmiddag na, is bij mij het huis weer leeg tussen kwart over acht en kwart over drie. Een nieuwe situatie na een periode van twee keer de lengte van een zomervakantie. Het was geen vakantie, voelde anders dan normale werk- en schoolweken, maar we hadden een goed evenwicht gevonden. Ik merk dat ik deze week een beetje zoekende ben geweest. Opeens was er tijd voor dingen waar voorheen geen tijd voor was. Ik hoefde geen schoolwerk te begeleiden en kon weer stukken schrijven wanneer ík dat wilde. Geen afleiding van ontelbare vragen die kinderen nou eenmaal altijd hebben. Ik kon weer naar een terras en na twaalf weken online shoppen werd het misschien ook eens tijd voor een echt winkelbezoek. In plaats van met groot enthousiasme de ruimte te benutten, viel ik in een soort verlammend gevoel. Ik herkende het van de eerste periode vlak nadat de scholen sloten en de maatschappij voor onbepaalde tijd zo goed als ‘op slot’ ging. Het was wennen. Digitaal bleven we open, maar fysieke afspraken werden ontmoedigd en de deuren moesten zo veel mogelijk gesloten blijven voor niet huisgenoten. We namen voor onbepaalde tijd afscheid van contact dat altijd zo vanzelfsprekend was en alledaagse dingen werden opeens niet meer zo alledaags. Zo’n twee weken nadat onze premier in zijn toespraak de handrem had aangetrokken en we overgingen tot een intelligente lockdown, had ik m’n nieuwe ritme gevonden. De verlamming maakte plaats voor rust en er ontstond ruimte voor nieuwe ideeën. De saamhorigheid die voelbaar was in de samenleving deed goed. Ook ik was veel meer bezig met het zoeken van verbinding en het denken in kansen. Het nieuwe evenwicht begon zelfs natuurlijk te voelen. Tot nu. Ik werd me er deze week van bewust dat het verlammende gevoel weer terug is. Alleen het duurde even voordat ik het kon duiden. We mogen meer, maar waarom voelt het niet als een bevrijding? Na vier dagen met een onbestemd en vermoeid gevoel te hebben rondgelopen, wist ik het vandaag opeens: ik heb last van de handrem die nog op mijn vrijheid staat. Er mag meer, maar er hangt een zware deken overheen. We mogen meer, maar tot hoever? Wat was, is niet meer vanzelfsprekend, maar wat is, is zeker niet vanzelfsprekend geworden. De handrem die nodig was om niet over te gaan tot de noodrem, een totale lockdown, begint belemmerend te werken. Het zorgt steeds vaker voor wrevel en onbegrip. Immers de handrem slipt af en toe, bijvoorbeeld in de luchtvaart of de Efteling, maar staat weer strak als het om theaters of kermissen gaat. De handrem is eraf voor het basisonderwijs, maar het voortgezet onderwijs ruikt nog dagelijks het rubber als ze probeert om ‘intelligent’ om te gaan met de maatregel. En zo zijn er nog talloze voorbeelden. Op dit moment zijn ze in Den Haag druk bezig met het ontwerpen van een coronawet. In deze wet wordt de 1,5 meter regel opgenomen, die nu via een noodverordening in gebruik is. Een wet om voor de lange termijn een juridische basis te hebben voor een regel die ons veiligheid zou moeten bieden. Ik geloof niet in zo’n wet en ik denk dat we hiermee al het draagvlak om zeep helpen dat afgelopen maanden is opgebouwd. Als zelfs door de grote voorman van de IC’s, het signaal wordt afgegeven dat we de druk op de zorg niet langer als argument kunnen opvoeren voor het hanteren van de handrem, waarom dan een wet hiervoor maken? Ja het virus is er nog en de groepsimmuniteit of een vaccin is nog lang niet in zicht, maar gaat een wet ons er doorheen slepen? Ik geloof er niets van. Sterker nog, ik geloof dat we met een coronawet afstevenen op een hellend vlak. Dat op het moment dat we een tweede golf krijgen, de handrem lam is geworden en ons niet meer op koers kan brengen. Met alle gevolgen van dien. De noodverordening was er om te voorkomen dat we aan de noodrem moesten trekken. Een tijdelijke maatregel die niet gemaakt is voor structureel gebruik. En dat blijkt. Op dit moment slipt de handrem regelmatig en lijkt er steeds vaker sprake van willekeur. Daarnaast is het argument van traceerbaarheid een non-argument sinds de handrem er gedeeltelijk al af is. Hoe ga je alle contacten die er nu zijn herleiden zonder technologie? We hebben na het omstreden ‘appathon weekend’ medio april, niets meer vernomen over actief bouwen aan een corona app. Tijdens de appathon bleek dat de Nederlander niet zit te wachten op grote inmenging van de overheid, op het moment dat we ook zelf onze verantwoordelijkheid kunnen nemen. Toen de situatie acuut was en de burger niet kon overzien wat er zich in sneltreinvaart ontwikkelde, was er behoefte aan richting vanuit de overheid. Maar diezelfde burger leeft in een land waarin zelfbeschikking en onafhankelijkheid niet voor niets diepgeworteld zijn. Waarom wordt niet steviger ingestoken op het nemen en dragen van eigen verantwoordelijkheid? We zijn ons veel bewuster geworden van het effect van betere hygiëne en het zelf bewaren van afstand om besmetting te voorkomen. Het gedrag van de burger is veranderd en het besef is er dat we risico’s lopen. Beloon die bewustwording en help om dit goed in te zetten op een terras, bij een bezoek aan de kapper, tijdens een afspraak met vrienden of wanneer een demonstratie plaatsvindt. Handhaven is reactief en ontmoedigt eigen verantwoordelijkheid. De handrem zorgde ook voor een stevige rem op de economie. Dat was verdedigbaar zolang de volksgezondheid onder hoogspanning stond, maar dat argument is niet meer actueel. Als we de economie weer willen laten draaien, geef dan de kans om vol gas te geven. We kunnen niet wachten tot we alles zeker weten, maar het lijkt erop dat dat wel de leidende koers vanuit Den Haag is. Help daarentegen de winkeleigenaar, de cafébaas, de rector, de theatermaker en de kermisexploitant om op basis van eigen verantwoordelijkheid de maatschappij weer te laten draaien. Het evenwicht dat ontstond na 16 maart voldeed bijna drie maanden, maar voldoet nu niet meer. Er is disbalans ontstaan doordat de context is gewijzigd. We hebben het virus niet onder controle, maar we zijn wel weer in control en hebben plannen klaarliggen om tijdig bij te sturen. Geef ruimte waar het kan en vertrouw op de bereidheid tot aanpassing als het móét. We hebben laten zien dat we dat heel goed kunnen. Trek niet te lang aan een handrem, want dan gaat ie kapot. Zet ‘m in als het echt nodig is en zorg ervoor dat je erop kunt vertrouwen dat ie het dan nog doet. Laten we blijven monitoren waar mogelijk, maar laten we vooral ook niet vergeten om weer in kansen te denken en daarnaar te leven. Verpak de angst niet in een wet, maar koers op het gezond verstand.